Drie maanden heb ik me intensief bezig gehouden met de neoliberal dreamworlds. Het moment is dus aangebroken, om een licht te werpen op de keerzijde van die neoliberale medaille…favela’s, townships, barrio’s, bidonvilles, sloppenwijken.
Dezelfde ‘urban spaces’die op onze blog (https://evilparadises.wordpress.com/) besproken werden om hun decadentie, exuberantie en consumerisme, worden op deze weblog over de explosie van sloppenwijken bekritiseerd om hun pauperisme. De urbane polarisering neemt perverse vormen aan in een neoliberale wereldorde. De nieuwe steden zijn evenzeer opgebouwd uit plastiek en golfplaten, dan uit glas en staal. De kern-en periferieprocessen die in de Wereldsysteemanalyse eerder mondiaal of statelijk werden uitgewerkt, zijn ook op de stedelijke ‘scale’ aanwezig. Sociologen en geografen als Saskia Sassen en John Friedman besteden in hun onderzoek veel aandacht aan de kernprocessen die in de ‘globale en mondiale stad’ van kracht zijn. Multinationale ondernemingen, en dan vooral advanced producers services coördineren en controleren het globale kapitaal in de ‘worldcity’. Mike Davis belicht in zijn boek ‘Planet of Slums’ de perifere processen in diezelfde metropool: informalisering van de economie, sloppenwijken en armoede.
Deze twee processen maken inherent deel uit van hetzelfde neoliberale kapitalisme…geen kern zonder periferie en geen periferie zonder kern. De problematiek van de twee blogs, sloppenwijken en neoliberal dreamworlds, moet volgens mij dan ook steeds samen behandeld worden.
Peter Taylor probeert in het artikel ‘World City Network and Planet of Slums: Access and Exclusion in Economic Globalization’ deze twee processen analytisch te correleren. Hij stelt dat de stedelijke ruimte in de ze ‘age of migration’ door twee verschillende groepen wordt gepenetreerd. Enerzijds ddor een kosmopolitische transnationale kapitaal-klasse die als expats van MNO’s en APS’s in de belangrijke steden van het world-city-network aanwezig moet zijn. In onze kennismaatschappij is informatie, en de snelheid waarmee deze verkregen wordt immers van primordiaal belang. Dit is de zogenaamde migratie van de elite. Anderzijds is er de massale migratie van het platteland naar de steden door arme paupers die hun geluk willen beproeven in ‘Babylon’. Deze groep migranten is bereid grote opofferingen te maken om deel te kunnen uitmaken van de ‘glamourstad’. Vooral in de derde wereld-steden heeft de urbanisering een nefaste uitwerking. Sommige megasteden in Chad of Ethiopie bestaan voor 99% uit sloppenwijken. Volgens Taylor is het tekort aan formele jobs het voornaamste probleem in de sloppenwijken waardoor de ‘slumdwellers’ genoodzaakt worden een overlevingsstrategie te zoeken in de informele sector.
De twee klassen van migranten hebben op zeer divergerende wijze een ‘space’ geproduceerd in de nieuwe urbane ruimte. De transnationale kapitalist heeft het wereldsteden-netwerk gecreëerd, the ‘space of flows’, zoals Castells dit genoemd heeft. Het plebs kreeg de ‘space of place’ toebedeeld, in dit geval de sloppenwijk.
World-citynetwork, een concept van Taylor waarmee naar de nieuwe economische ruimte wordt gerefereerd en Planet of Slums, het fenomeen waar Davis over uitwijdt in zijn boek, zijn de twee extremen van de globale polarisering. Deze twee ‘spaces’ zijn uitkomsten van eenzelfde proces van neoliberale globalisering, een proces dat op ongelijkheid en polarisering teert.
– TAYLOR P.J., World City Network and Planet of Slums: Access and Exclusion in Economic Globalization, http://www.lboro.ac.uk/gawc/rb/rb239
– Sassen, S (2001) Global City. Princeton NJ: Princeton University Press